“Als je een uitdagende opdracht geeft aan je leerlingen en het lukt ze om die op te lossen. Dan zie je de blijdschap en de trots op zichzelf. Dat vind ik zo ontzettend waardevol.”

Pieter Mijnhout zat ooit zelf op het Alberdingk Thijm College (ATC) in Hilversum en geeft er nu wiskunde aan de onderbouw. Daarnaast studeert hij aan de Hogeschool van Amsterdam om zijn tweedegraads onderwijsbevoegdheid te halen.

Vind je het zwaar om te werken en studeren tegelijk?
“Het fijne van het zij-instroomtraject is dat je het zelf een beetje kunt indelen. Er is natuurlijk een rooster met de vakken die je moet halen en ze maken een traject op maat op basis van het geschiktheidsonderzoek*). Daarbij wordt gekeken welke kennis je nog nodig hebt. Bij mij waren dat vooral de vakdidactische en pedagogische vakken. Ik heb dat echt uitgesmeerd over de twee jaar die er maximaal voor staan. Ik sta drie dagen in de week voor de klas, besteed één dag in de week aan mijn studie en heb dan één dag in de week voor uitloop van mijn studie of werk. Je kunt bij school aangeven hoeveel je wilt werken en bij de opleiding hoeveel vakken je tegelijk wilt volgen en daar moet je je eigen weg in vinden. Voor mij werkt dit het beste.”

Hoe kwam je erbij om het onderwijs in te gaan?
“Ik heb biotechnologie gestudeerd in Wageningen. Een bachelor en een master gedaan. Ik vond het echt heel leuk, dus ben daarna ook voor een biotech bedrijf gaan werken. Maar na anderhalf jaar kwam ik erachter dat ik het niet betekenisvol vond. Ik stond in een lab en deed onderzoek naar eiwitten. Op een gegeven moment kon ik alleen nog maar denken: wat doe ik hier? Dan is het tijd om iets anders te gaan zoeken. Toen heb ik mijn oude wiskundedocent op het ATC gemaild en gevraagd of ik eens met hem mee mocht lopen. Dat vond ik ontzettend leuk en ik kreeg er zoveel energie van dat ik met de conrecor ben gaan praten. Die gaf mij het vertrouwen om als docent te gaan starten. Het ATC heeft ook een begeleider die de zij-instromers onder zijn hoede neemt en uitlegt hoe het traject dan verder gaat.”

En toen stond je ineens voor de klas?
“In september 2020 ben ik begonnen. Ik ben best in het diepe gegooid, maar het vertrouwen dat ze mij daarmee gaven, vond ik heel fijn. Tegelijkertijd moest ik dus het geschiktheidsonderzoek doen, een portfolio schrijven met bewijsstukken enzovoort. Daarmee moet je aantonen dat je binnen twee jaar het traject zou kunnen voltooien. Dat lukte en in februari 2021 ben ik begonnen met de studie om mijn tweedegraadsbevoegdheid te halen. Daarmee kan ik lesgeven aan de onderbouw”.

Weet je nog hoe je eerste dag was?
“Ik was wel zenuwachtig. Vooral voor die allereerste les. Het scheelde dat het een brugklas was. Die kinderen waren net zo zenuwachtig als ik, want voor hen wat het ook allemaal nieuw op de middelbare school. Toen ik zei dat het mijn eerste dag als docent was, vonden we elkaar daar dus een beetje in. Als zo’n eerste les dan gewoon goed gaat, kun je die werkwijze toepassen op de volgende lessen. Het viel me al met al dus erg mee.”

Wat leer jij nu met name tijdens je opleiding?
“Ik leer bewuster te zijn van de dingen die ik doe. Als ik lesbezoek kreeg van de begeleider van school, kreeg ik vaak wel te horen dat ik het goed deed. Ik was me er alleen niet echt bewust van wat ik dan goed deed. Ik was niet theoretisch onderlegd.
Een ander ding zijn de didactische werkvormen. Leerlingen niet alleen sommetjes uit een boek laten maken, maar ook andere manieren van lesgeven toepassen. Daar prikkel je ze mee en dat bevordert het leren.”

Wat vind je lastig aan het vak van docent?
“Genoeg tijd vinden om iedereen op een individuele manier te ondersteunen. Sowieso heb je niveauverschillen in een klas. Iedereen heeft een andere leerbehoefte. Daar kun je dan groepjes voor maken met leerlingen die meer uitleg nodig hebben en leerlingen die juist meer uitdaging nodig hebben. Maar is een leerling bijvoorbeeld langere tijd ziek, wat in de corona tijd veel gebeurde, moet je die er ook op de een of andere manier weer bij betrekken. En wiskunde is een vak waarbij je iedere keer verder bouwt op het voorgaande. Dan is het lastig om zowel de groepjes te bedienen die al daar zijn waar ze behoren te zijn en ook degenen die achterlopen. Waarvan de een dan ook nog eens meer achterloopt dan de ander. Dan zeg ik toch snel: blijf even hangen na de les, dan leg ik het nog een keer rustig uit.”

Wat is jouw advies aan mensen die docent willen worden? Wat moet je kunnen of in je hebben?
“Je moet een groot verantwoordelijkheidsgevoel hebben. De hele klas is afhankelijk van jou.
Je moet jezelf ook kunnen afschermen op een bepaalde manier. Op een school is namelijk oneindig veel werk en je kunt oneindig veel uren stoppen in leerlingen, maar dat gaat natuurlijk niet. Daar moet je jezelf niet in verliezen. En je moet niet te perfectionistisch zijn. Geen enkele les is perfect. Er komt altijd iets tussendoor. Ik plan mijn lessen natuurlijk van tevoren, maar doe dat bewust niet te strak. Je moet als docent echt flexibel zijn.”

Je hebt zelf op het ATC gezeten, was het toen anders dan nu?
“Ik vind de sfeer eigenlijk niet veranderd. De school is de afgelopen tien jaar wel heel erg gegroeid. We hebben nu vier onderwijsgebouwen. Sommige collega’s van de wiskundesectie zie ik daarom maar drie keer per jaar bij de studiedagen of een meeting.  Dat is soms wel jammer.”  

Wat vind jij het grootste verschil tussen het bedrijfsleven en het onderwijs?
“In het bedrijfsleven gaat het om het product en in het onderwijs om de ontwikkeling. Natuurlijk werken wij uiteindelijk ook toe naar een diploma, maar er zijn meerdere wegen die daar naartoe kunnen leiden. En de leerling staat daarbij centraal.”

*) Als je je bevoegdheid wilt halen via het zij-instroomtraject, kan dat alleen als je een aanstelling hebt als docent op een school én als je door het assessmentcentrum van de lerarenopleiding geschikt bevonden wordt om als ‘zij-instromer in het beroep’ aan de slag te gaan. Dat wordt bepaald met behulp van een geschiktheidsonderzoek.

Denk jij ook wel eens na over een carriere in het voortgezet onderwijs? Benieuwd naar de mogelijkheden en of het iets voor jou is? Wil je meer weten over zij-instromen? Vul hier het formulier in.