Op het Alberdingk Thijm College volgen leerlingen havo, atheneum of gymnasium. Leerlingen op het Alberdingk Thijm College bereiden zich voor op de maatschappij van morgen. Ons onderwijs is er dan ook op gericht om leerlingen de wereld om zich heen te laten begrijpen. Enthousiaste en vakbekwame docenten zetten zich daarvoor dagelijks in, in een omgeving waarin de leerling zichzelf kan zijn en samenwerkt met anderen.

Iedere leerling heeft een eigen laptop. Door het gebruik van digitaal en interactief lesmateriaal, is de lesstof actueel en betekenisvol. Dat motiveert aan de ene kant, en geeft meer mogelijkheden en een voorsprong bij de vervolgopleiding aan de andere kant. Daarnaast bereiden we de leerling voor op een internationale samenleving. In de English Immersion Classes worden vakken aangeboden in het Engels. Daardoor wordt communiceren in het Engels al snel vanzelfsprekend en leuk.

Vanuit de wens leerlingen rust te bieden, hebben we ervoor gekozen het rooster zo op te bouwen dat de leerlingen regelmatig het tweede lesuur beginnen. In de brugklas zijn de leerlingen doorgaans om 14.30 uur uit en op de woensdagmiddag zijn zij om 12.35 uur uit. Dit geeft hen de mogelijkheid om aansluitend aan hun lesdag hun huiswerk te maken op school in het Studielab. Dit wordt elke dag aangeboden van 15.00 tot 17.00 uur. Met deze indeling van de schooldagen streven we naar een tegemoetkoming in het bioritme van adolescenten en naar een balans tussen school, privé, sport en gezin.

Op de middelbare school krijgen leerlingen meer verantwoordelijkheden. We begeleiden ze goed bij die ontwikkeling. Dat doen mentoren en docenten in een open sfeer, met oog voor individuele talenten. We geven talent de ruimte en moedigen leerlingen aan om verder dan hun grenzen te kijken. We vinden het belangrijk dat ieder kind de kans krijgt om het maximale uit zichzelf te halen. Om een optimale leeromgeving voor leerlingen te kunnen realiseren, is samenwerking tussen bestuur, schoolleiding, ouders en leerlingen onontbeerlijk; daarin wordt van iedere partij een belangrijke bijdrage verwacht.

Basisondersteuning binnen het leerproces

De leerling wordt vakinhoudelijk begeleid door de vakdocenten. De overstap van de basisschool naar de middelbare school is groot. Daarom leren leerlingen in mentorlessen op welke manier ze het beste met schoolwerk kunnen omgaan. Ze leren hoe ze het beste hun huiswerk kunnen maken op de laptop en hoe ze dit het verstandigst kunnen plannen. In klas 1 en 2 worden steunlessen gegeven in de kernvakken. In de zomerschool gedurende de laatste twee schoolweken van klas 1 en 2 volgen leerlingen extra lessen in de kernvakken om met een stevige basis aan het nieuwe schooljaar te beginnen, of nemen ze deel aan een keuzeproject. Naast het feit dat leerlingen onder het toeziend oog van de studiecoach in het Studielab hun huiswerk kunnen maken, kunnen zij tegen betaling bijles krijgen van een oudere leerling. Faciliteiten voor leerlingen met dyslexie zijn vastgelegd in het dyslexieprotocol. Leerlingen met dyslexie volgen in de brugklas de tienweekse cursus 'Snel leren in leuk leren'. Op dit vlak wordt geen verdere specifieke ondersteuning aangeboden. Faciliteiten voor leerlingen met dyscalculie zijn vastgelegd in het dyscalculieprotocol. Op dit vlak wordt geen specifieke ondersteuning aangeboden.

Basisondersteuning op sociaal-emotioneel vlak

Op het Alberdingk Thijm College dragen leerlingen en medewerkers samen zorg voor een veilige en prettige sfeer op school. Vakdocenten, mentoren en ouders signaleren en bespreken eventuele bijzondere 'behoeften.' De afdelingsmanager overziet de processen en zorgt voor een afhandeling van begeleidingsvragen.

Elke klas heeft één of twee mentoren. In een mentoruur regelen zij praktische zaken met de klas. Verder monitoren zij de schoolprestaties en de ontwikkeling van de leerling. Bij problemen of vragen is de mentor het eerste aanspreekpunt. De mentor onderhoudt contact met de vakdocenten en ouders. De sfeer en de groepsdynamiek krijgen aandacht in de mentorles en alle vaklessen.

In geval van pesterijen wordt een pestprotocol gevolgd en kan een leerling in gesprek gaan met de pestmediator. In de tweede klas bieden we faalangsttrainingen aan.

Leerlingen die zeer getalenteerd zijn in topsport, muziek of op het academische vlak, krijgen op het ATC de kans om hun talent ook buiten school te ontwikkelen. Een speciale begeleider zoekt samen met de leerling naar manieren om de combinatie van school en een carrière daarbuiten mogelijk te maken.

Leerlingen die behoefte hebben aan bijzondere begeleiding op mentaal-psychologisch vlak worden via het Nuyens Instituut en/of de coördinator leerlingzaken verder geholpen. De coördinator leerlingzaken begeleidt leerlingen die door buitenschoolse en/of persoonlijkheidsproblemen belemmerd worden in hun schoolloopbaan, en kan onderzoeken of een leerling kan worden doorverwezen naar externe hulpverlening of ander onderwijs.​

Aandacht op Maat

Leerlingen met een aanvullende begeleidingsbehoefte (bijvoorbeeld bij autisme) kunnen aanvullend op de op het individu toegespitste begeleiding een zogenoemd 'begeleidingsarrangement' krijgen. Wanneer een leerling met een aanvullende begeleidingsbehoefte van een andere school naar het ATC wil overstappen, wordt in gesprek met de coördinator Passend Onderwijs verkend of in de begeleidingsbehoefte kan worden voorzien. Een afspraak hierover kan worden gemaakt met Rieks Dekker, e-mail r.dekker@atscholen.nl. Waar nodig wordt in overleg met de bovenschoolse projectleider Passend Onderwijs verder onderzoek gedaan aan de hand van dossiers of gesprekken met ouders en eventueel externe hulpverleners. Wanneer wordt vastgesteld dat de school in de begeleidingsbehoefte kan voorzien, wordt een begeleidingsarrangement afgegeven.

Als gedurende de schoolloopbaan blijkt dat een leerling aanvullende begeleiding nodig heeft, wordt eerst de begeleidingsbehoefte onderzocht, waarbij ook gekeken wordt naar de haalbaarheid daarvan binnen de schoolse situatie. Onderzoek wordt in overleg met de bovenschoolse projectleider Passend Onderwijs gedaan aan de hand van observaties in de klas, gesprekken met ouders en eventueel externe hulpverleners. Wanneer wordt vastgesteld dat de school in de begeleidingsbehoefte kan voorzien, wordt een begeleidingsarrangement afgegeven. De school stelt in overleg met ouders, de leerling en een ambulant begeleider een begeleidingsplan (OPP) op, met daarin de belangrijkste vragen en doelen. De leerling krijgt een coach toegewezen. Deze werkt aan de hand van het begeleidingsplan regelmatig en maximaal een uur per week met de leerling, bijvoorbeeld op het gebied van planning en organisatie, en het interpreteren van sociale situaties.​